Ook ik moest begin maart plotseling thuis blijven door de maatregelen rond Corona. Of eigenlijk al een week daarvoor. Ik ontwikkelde milde klachten en de richtlijn toen was thuisblijven, om geen risico te vormen voor mijn collega´s. Dat werd dus thuiswerken en studeren terwijl ik net mijn weg aan het vinden was op mijn nieuwe werkplek.
Beruchte, onzichtbare vijand
Als casemanager werkte ik elke dag op de Grijze Generaal van GGzE. Dat betekende werken tussen leuke nieuwe collega´s, regelmatig alleen of met een collega op pad naar mensen thuis. Volop bezig met het ontdekken van een nieuwe doelgroep. Ik had het steeds beter naar mijn zin. Daarnaast ging ik elke week, met een groepje medestudenten, naar een interessante opleiding in Breda. Alles was boeiend, voedend en inspirerend.
Tot die beruchte onzichtbare vijand roet in het eten gooide. Ik moest mijn leven omgooien, wat nog een hele uitdaging was. Vooropgesteld: ik zit nog in een luxe positie. Hoef geen thuisonderwijs aan kinderen te geven, we wonen ruim genoeg voor een aparte werkkamer om achter mijn laptop te kruipen en telefoontjes te doen. Ik ben gezond van lijf en leden en het mooie weer zorgde ervoor dat ik geregeld naar buiten kon om te gaan wandelen en fietsen.
In mijn joggingbroek
Maar toch… mijn ritme veranderde, mijn werkzaamheden kregen een andere vorm, mijn sociale leven verschraalde. In plaats van al die fijne inspirerende contacten met collega’s, medestudenten en vooral cliënten, zat ik thuis. Bellen in plaats van live contact, geen koffiekwartiertje, geen grappen, geen steun of overleg voor nieuwe inzichten met collega´s, hoorcollege via Zoom (in m’n joggingbroek). Ik vond het vaak maar niks en de schrik sloeg me om het hart. Wat als dit nog lang ging duren? Dit kon toch niet dat ‘nieuwe normaal’ zijn waar iedereen het over had?
Iets doen in plaats van niets doen
Gelukkig bleek ik niet de enige met die gevoelens en gedachten. Om me heen en op het nieuws zag ik veel mensen die niet bij de pakken gingen neerzitten en in oplossingen gingen denken. Proberen het gewone leven weer op te starten op een veilige manier in plaats van ‘het uit te zitten’. Daar wilde ik me bij aansluiten. Dus bedenken hoe we die, oh zo wezenlijke, persoonlijke contacten weer op konden starten, hoe we weer live overleg konden voeren. Wat me daarbij hielp was andere werkzaamheden doen: mijn collega´s op de klinische afdelingen uit de brand helpen, omdat ze daar een extra corona-afdeling moesten opstarten, verkennen welke ruimtes geschikt zouden zijn voor live overleg op een veilige manier, een stukje zoals dit schrijven. Het waren maar kleine acties, maar misschien maakten ze een verschil. Daarbij is het heel bevredigend om iets te doen in plaats van niets te doen.
De les en de winst
Dat is voor mij de les en de winst in deze tijd: je onvrede constructief vertalen in acties die jouzelf en anderen kunnen helpen. Het maakt me blij dat ik dat ontdekt heb en het doet me denken aan momenten tijdens mijn vroegere solo fietsvakanties in verre verlaten oorden. Wanneer er dan iets stuk ging aan mijn fiets, ik geen onderdak kon vinden, terwijl ik daar wel op had gerekend, of er iets anders gebeurde waar ik zelf uit moest komen. Juist op die momenten bedacht ik creatieve oplossingen of kreeg ik zomaar hulp van andere mensen op precies het juiste moment. Ik heb dat altijd een mooi en wonderlijk iets gevonden en het stemde me nederig en dankbaar. Zo wil ik nu naar de toekomst kijken en dan zomaar ineens ´het komt goed!´ zeggen (terwijl ik dat nooit zeg!)