Mijn inner huismus heeft de tijd van haar leven sinds de coronapandemie. Ik voel me een stuk minder saai wanneer ik me vrijdagavond op de bank nestel. Inmiddels groeit het verlangen naar grootschalige sociale activiteiten wel. Ik heb ontzettend zin in een dansje in de kroeg. Maar ik ben erachter gekomen dat ik dergelijke dingen waarschijnlijk stapsgewijs moet opbouwen. Ik dacht van reuring te houden, maar merk nu dat ik prikkels helemaal niet zo goed meer kan hebben.
En ik blijk niet alleen. Een vriendin die naar een field lab-event mocht, vroeg zich vooral af of ze die mensenmenigte wel zou trekken. En bij de kapper bespraken twee jonge vrouwen de volle terrassen en dat ze het liefst rechtsomkeer hadden gemaakt. “Het hoeft van mij helemaal niet meer, die drukte”, zei er een. Ik was stiekem heel blij te horen dat ik in dit coronajaar niet opeens bejaard ben geworden en dat veel van ons waarschijnlijk weer moeten wennen aan lawaai en mensen.
Collega’s in het wild
Ik kan af en toe gelukkig weer naar kantoor. Laatst zat ik er even met drie andere collega’s. Op ruime afstand van elkaar maar wel in dezelfde kamer. Heel gezellig, maar het gepraat, getelefoneer en het binnenlopen van mensen vond ik vermoeiend! Bellende collega’s kan ik wegdrukken maar in real life worden vragen op elk willekeurig moment gewoon aan je gesteld. Best irritant soms. Blijkbaar ben ik helemaal gewend geraakt aan het kalme, prikkelarme thuiswerken. Wat overigens niet betekent dat ik er blijer van word. Een dag buiten de deur geeft me een voldaner gevoel dan heel de dag binnen vertoeven. Maar hoe zit het nou, met die prikkels? Daarover ga ik in gesprek met GGzE-psycholoog Else Treffers.
Prikkelverwerking is veranderd
“Alle vormen van informatie die bij ons binnenkomen, zijn prikkels. En dan niet alleen van buitenaf maar ook van binnenuit. Dus alles wat binnenkomt via je zintuigen maar óók je gedachten en emoties”, vertelt Else. Dat komt dus neer op duizenden prikkels per dag. Deze worden verwerkt via neuronen; de zenuwcellen in je hersenen. Omdat ons leven over het algemeen rustiger is geworden door corona, heeft het brein zich daaraan aangepast. “Die neuronen zijn gewend geraakt aan de situatie zoals die het afgelopen jaar geweest is. De prikkelverwerking is dan anders en wanneer je snel overgaat naar veel meer prikkels, kan dit best wat stress opleveren. Overprikkeling leidt namelijk tot de aanmaak van ons stresshormoon cortisol. Daarnaast zijn veel mensen angstig geworden voor de nabijheid van andere mensen, vanwege het corona-besmettingsgevaar. Ook het afleren van deze associatie kost weer even tijd.”
Ideaal niveau van prikkels
Volgens Else is het belangrijk om niet alles tegelijk te willen doen. Wellicht een uitdaging voor mensen die op hoge snelheid willen inhalen wat ze allemaal hebben gemist. Maar meteen veel prikkels opzoeken kan erg vermoeiend zijn. “Een festival is bijvoorbeeld een grote bron van prikkels. Ter plekke, maar ook wanneer je weer thuis bent en de emoties en gedachten hierover aan het verwerken bent… Dat kost allemaal energie!”
Zou het dan eigenlijk niet goed zijn om sowieso prikkelarmer te leven? “Nee, dat verschilt echt per persoon”, aldus Else. “De ene persoon bloeit op nu er minder sociale eisen, reisbewegingen en activiteiten zijn. Genoeg mensen die de avondklok van 22.00 uur er graag in zouden houden. Maar de ander voelt zich hierdoor juist somber, of ontwikkelt zodanig psychische klachten dat diegene daar hulp voor moet inschakelen. Er is niet zoiets als een ideaal niveau van prikkels waarin iedereen zich optimaal voelt. Wel heeft de pandemie nieuwe inzichten gegeven over mentale en fysieke gezondheid, en dat geeft ons mogelijk een kans om hierop te reflecteren en die dingen te vinden die we ook na de coronatijd blijven toepassen in ons leven.”
Heb je een vraag of wil je je mening delen over dit artikel? Laat dit dan weten door hieronder te reageren.
Leuk artikel! Mooi on de acties van coll Else terug te lezen. Goed bezig Else!